Skip to main content

Op weg, overweging door pastor Joost Jansen.

15e zondag door het jaar // 14 juli 2024
Wij, hier samen, zijn gelovige mensen. In onze omgeving zullen er genoeg zijn die zien dat we naar de kerk gaan. De meesten zijn onverschillig en plaatsen ons in de categorie mensen die trouw blijven aan vroeger. ‘Niets mis mee, maar niet voor mij. Ik ga met mijn tijd mee.’ Er zijn er ook die hun hoofd afwenden en wat agressiever reageren. Hen heb ik liever dan de onverschilligen. Ze getuigen van pit en dat trekt me wel, hoewel ik anders ben. Ze zijn een beetje zoals die hoogwaardigheidsbekleders uit de eerste lezing die de profeet Amos aanvallen. ‘Ziener, maak dat je weg komt. Ga naar de streek waar je vandaag komt. Ga daar maar de mensen vervelen met je boodschap.’ Kortom, we zijn in een hele andere tijd beland dan in onze jeugd. Augustinus, onze parochieheilige, houdt me voor: ‘Zeg niet dat de tijden slecht zijn. Wij zijn zelf de tijden.’ We zullen het met déze tijd moeten doen.
Hoe? Zitten de mensen op ons verhaal te wachten? Op ons getuigenis? Enkele maanden geleden had ik een openbare discussie met een jonge religieuze die enthousiast haar hart en ziel gooide in het getuigenis van de boodschap van Jezus. Dertig jaar geleden zou dit nog hoge ogen gooien. Vandaag ook? Ik betwijfel het. Ik merkte dat de andere aanwezigen haar enthousiasme prachtig vonden. Ik trouwens ook. Toch koos ik bij mijn inbreng voor een andere strategie. Ik ben meer van ‘het aanwezig zijn’, van nabijheid bij de ander, van luisteren. Zols vorige week bij Fabriek Magnifique in Veghel. Men heeft mij gevraagd om in de pastorietuin op het ‘Verzoeningsbenske’ te zitten, van twaalf uur tot vier uur in de middag. Ik heb nooit alleen gezeten, steeds schoof iemand aan en ik hoefde maar te luisteren. Er is een nood aan een luisterend oor vandaag.
Zo stuurt Jezus zijn eerste compagnons de weg op: ‘Ga maar, kijk maar wie je tegenkomt en laat door heel je wezen merken dat je er voor hen bent. God – Jezus is nog steeds aan het woord – wil een nabije God zijn, een Vader. Laat dat merken aan mensen.’ Hij geeft ook wat aanwijzingen zoals: eenvoudige kleding, niet bang zijn voor kwade geesten. (Hoeveel mensen zijn vandaag niet angstig? Ze weten soms zelf niet waarvoor, maar toch zijn ze angstig.) Wees een balsem voor hun wonden, of die wonden nu zichtbaar zijn of de stille wonden in hun hart. Ik zou er graag aan willen toevoegen, in onze tijd, ga niet preken en steeds maar goede raad geven alsof jij het allemaal weet. Ik ben elke keer weer verbaasd dat wanneer ik de tijd neem om te blijven luisteren die ander vaak zelf wel weet wat hij moet doen. Hij of zij moet alleen de tijd krijgen om zelf bij zijn eigen specifieke antwoord te komen.
Hebben we compagnons van Jezus vandaag nodig? Ik meen dat de tijd er rijp voor is (zoals iedere tijd…). Ik schrik van het fakenieuws dat over ons wordt uitgestort, uit angst vaak. Extreemrechts heeft de neiging om de gevaren uit te vergroten en categorieën mensen de schuld te geven van alle ellende die op ons afkomt. Jezus heeft zijn compagnons niet naar een geselecteerde groep op weg gestuurd. Hij zei: trek er maar op uit, ontmoet mensen, alle mensen, en vooral de zieken, de armen, de kwetsbaren in onze samenleving. Trek maar met ze mee. Ze komen wellicht niet zo vaak naar de synagoge of de kerk, je zult ze dus moeten opzoeken daar waar ze zijn. Op de markt, bij happenings, overal waar ze bijeenkomen.
Wie die compagons vandaag zijn? De pastores? De norbertijnen van de abdij? Ik hoop het. Toch meen ik dat we dit allemaal zijn. Ikzelf ben te beperkt om overal aanwezig te zijn. Er zitten maar 24 uur in een dag. De nood is hoog, arbeiders in de wijngaard van de Heer zijn er te weinig. Moet je hiervoor hoogopgeleid zijn? Neen. Het gaat eerder om een groot hart voor de ander en een luisterend oor. Er zijn mensen waarvoor u en u… betere voelsprieten hebben dan ik. We zijn allen geroepen om hoop en vreugde te zaaien, om te delen in de zorgen en het leed van de ander. Nabijheid aan elkaar wordt een schaars goedje vandaag. Des te meer zijn wij nodig. De profeet Amos werd achter zijn schapen weggehaald, wij achter onze aanrecht, onze werkbank, ons bureau. Jezus zegt: doe het maar. Ik steun je en help je. Doe het op je eigen manier, met een groot hart. Je zult merken dat je er aan groeit, ook in geluk.