Skip to main content

Sacramentsdag, overweging door pastor Joost Jansen.

75 Jaar geleden: het was de eerste nieuwgebouwde rooms-katholieke kerk in ons bisdom na de oorlog. Men was nog drukdoende om alle beschadigde kerken te restaureren. Pastoor en norbertijn Van der Linden en zijn ontwikkelteam kozen voor deze basilicastijl. Terwijl aan het einde van de negentiende eeuw men met de kerken de hoogte inging, kijk maar naar al die neogotische kerken in onze omgeving, kozen zij voor een eenvoudig gebouw, midden tussen de mensen, een ruimte om mensen te verzamelen. Voor die tijd had het iets profetisch, want nu met de sterk veranderde kerkelijkheid, is ‘zo’n dak boven wat hoofden’ toegesneden op de tijd waarin we ons nu bevinden.
Pastoor Van der Linden heeft nog een keuze gemaakt: de naam van de kerk, de toewijding aan het heilig Sacrament. Hiermee wordt gewezen op de eucharistie, en het feest van vandaag – Sacramentsdag – hoort hier helemaal bij. Het sacrament bij uitstek is dat geheim van Brood en Wijn, de aanwezigheid van de Heer onder deze beide gedaante. De heilige Norbertus wordt vaak afgebeeld met een monstrans, een houder waarin een hostie wordt geplaatst. Het is een heilig teken van aanwezigheid van Jezus onder ons. Augustinus zei het al – we hebben het gehoord – één brood is het, dit brood is het lichaam van Christus. Wanneer iemand met heel veel liefde aanwezig is, dan zorgt dat voor een warm klimaat. Jezus heeft zijn leven ingezet en zich totaal gegeven uit liefde. Ze noemen dan de eucharistie ook wel het sacrament van liefde. Een warme aanwezigheid van Jezus onder ons in die gaven van brood en wijn. Ik denk dat we dit vandaag goed kunnen gebruiken want op veel plekken is het kil omdat empathie afwezig is, zelfs wordt tegengewerkt. Wie een beetje de toestand in onze wereld in de gaten houdt, hoef ik dat niet verder uit te leggen. Daar waar eucharistie gevierd wordt en het grote Verhaal van God met mensen wordt gelezen en uitgewerkt, daar is Hij aanwezig. En daarvoor hebben we deze kerk nodig. Een verzamelplaats voor bewogen mensen én – naar een woord van paus Franciscus – een ‘veldhospitaal’ waar kwetsbare mensen een schuilplaats vinden en zorg.
Echter: we gaan ook weer weg, we verlaten straks dit kerkgebouw, ik hoop met een nieuwe dosis ‘geloof, hoop en liefde’. We komen dan in een andere wereld dan 75 jaar geleden. Toen viel het kerkelijk leven min of meer samen met het burgerlijk bestaan. Die tijd is voorbij. We kunnen met nostalgie omkijken en bedroefd zijn. In de tijd van Augustinus klaagden de mensen ook over ‘de tijd’ en hij zei toen de gevleugelde uitspraak: ‘Ja, het zijn slechte tijden! Het zijn moeilijke tijden! Dat zeggen de mensen tenminste. Laten we liever goed leven, dan worden de tijden vanzelf goed. Wij zijn de tijden. Zoals wij zijn, zijn de tijden….’ En waar vraagt onze tijd om, liever gezegd, de mensen van deze tijd. Velen vragen om aandacht, om er te zijn voor jou, om empathie. Leon Musk zei dat ‘empathie de ziekte van Europa is’. Met zo’n uitspraak geeft hij zich bloot. De ziekte is eerder een gebrek aan empathie… Dragen wij ‘aanwezigheid’ uit onder mensen? Wanneer wij Sacramentsdag vieren, vraagt God ons de aanwezigheid van Jezus uit te dragen. Hij is het sacrament van Zijn aanwezigheid. En Augustinus zegt dan dat wij samen met elkaar als geloofsgemeenschap zijn Lichaam zijn. Ik ken mensen in onze parochie die anderen nabij zijn, in alle eenvoud. Ik hoor ook dat men hen soms vraagt: jij bent gelovig, hè? jij bent van de parochie, niet waar? De kracht om aanwezig te zijn bij een ander halen ze bij God, ook door het ontvangen van de eucharistie, Brood voor onderweg.
Lieve mensen, we gaan op naar de 100. De uitdagingen van vandaag zijn zo anders als 75 jaar geleden, wel even uitdagend. Er is ons een Blijde Boodschap van geloof, hoop en liefde toevertrouwd samen met Gods aanwezigheid. We blijven pelgrims, mensen onderweg. We zijn meer: we zijn ‘pelgrims van hoop’ zoals we straks zullen zingen. Mensen zouden aan ons moeten kunnen ‘ruiken’ en ‘voelen’ dat we bezield zijn door Gods goede Geest.