Skip to main content

Preek op zondag 24 nov. door pastor Frank van Roermund

Het is een wat merkwaardige dialoog die zich hier ontspint tussen Jezus en Pilatus. Jezus wordt aan Pilatus voorgeleid met de bedoeling dat deze Hem ter dood zal veroordelen. En wat vraagt Pilatus? Of Jezus de koning der joden is… Een vreemde vraag. Uit nijd immers is Jezus voor Pilatus gebracht omdat Hij, een mens, zichzelf tot God maakt. Zo staat dit eerder vermeld in dit Johannesevangelie. Maar Pilatus is hierin niet geïnteresseerd. Hij maakt zich kennelijk wél druk om de politieke dreiging die wellicht van Hem zou kunnen uitgaan en de sociale onrust die dat teweeg zou brengen. Zíjn enige zorg is: heb ik iets van die Jezus te vrezen? Wel, Jezus’ antwoord aan Pilatus is ontwijkend: ‘Zegt gij dit uit uzelf, of hebben anderen u over mij gesproken?’ Jezus voelt aan dat Pilatus geen flauw idee heeft waarover Hij het heeft. Dat blijkt ook verderop. Jezus en Pilatus spreken volslagen langs elkaar heen.

Een merkwaardige dialoog dus die eigenlijk pas eindigt met Pilatus’ vraag die onmíddellijk volgt op de passage die ik net heb voorgelezen: ‘Wat is waarheid?’ Een retorische vraag, want hij wacht niet op antwoord maar gaat direct naar buiten, naar het opgehitste volk, met het aanbod om Jezus vrij te laten… Pilatus is kennelijk niet langer in Hem geïnteresseerd, hij wil van Hem af. Jezus’ spreken over zijn koningschap is niet aan hem besteed. Van politieke dreiging blijkt geen sprake; meer hoefde Pilatus niet te weten.

De vraag is natuurlijk wat wíj aankunnen met die merkwaardige dialoog? Snappen wij wat Jezus bedoelt als Hij zegt dat zijn koningschap niet van deze wereld is?

Het is overduidelijk dat Jezus weinig gelijkenis vertoont met een wereldlijke koning. Geen rijkdom, geen pracht en praal, geen heerszucht of machtsvertoon… Maar… als Jezus geen gewone koning is, welk koningschap wordt hier dan wél bedoeld?

Wel, in de advent lezen we bij Jesaja over de Messias als de Lijdende Dienstknecht. Met Kerstmis vieren wij de geboorte van die Messias in een kwetsbaar Kind. In zijn openbare leven toont Jezus Messias zich als vriend van armen en misdeelden.  Allemaal kwalificaties die – gezien vanuit een aards perspectief – toch niet direct aan een koning doen denken. En nog minder geldt dat voor zijn lijden en sterven aan het kruis… Maar kennelijk zijn júist dit de kenmerken van het koningschap dat hier bedoeld wordt: kwetsbaarheid, lijden, dienstbaarheid, nederige en liefdevolle nabijheid.

Als Jezus’ sterven aan een kruis het trieste sluitstuk van zijn leven zou zijn geweest, dan zou dit alles ónbegrijpelijk zijn voor ons beperkte, menselijke verstand. Maar de Schrift getuigt van méér: Jezus’ verhaal eindigt niét met de dood: Hij zal verrijzen, Hij zal door God ten leven worden opgewekt!

Welnu, dit nieuwe, hemelse perspectief van leven stérker dan de dood zet alles in een nieuw licht. Het feest van vandaag, het hoogfeest van Christus Koning, heeft daarom niets te maken met vermeend triomfalisme. Wie dat zó ziet is – zoals Pilatus – verstrikt in een veel te wereldlijke visie op koningschap. Nee, het feest moet vreugde en ontzag oproepen voor die radicaal ándere visie op koningschap: als liefdevolle dienstbaarheid aan God en de mensen.

In Jezus komen als het ware de aardse en hemelse krachtlijnen bij elkaar. Beide zijn belangrijk en mogen niet los van elkaar worden gezien. Spreken in verticale, hemelse taal wordt al snel betekenisloos als de aardse, horizontale dimensie wordt vergeten. Wat voor zin immers heeft het om te spreken van Gods liefde als die niet zichtbaar wordt in ons concrete handelen? En wat betekent het kruis met een lijdende Christus zonder het perspectief van de Verrijzenis? Waarheid is waar beide sámenkomen: het kruis heeft een verticale én een horizontale balk. Het aardse en het hemelse van elkaar ontkoppelen kan zelfs veel kwaads ontketenen. Vrome, verticale praat die voorbij gaat aan het aardse en het menselijke vervalt al snel in fundamentalisme. God denken te dienen door mensen af te slachten – we horen het dagelijks op radio en tv – is een geperverteerde, ja duivelse visie op wat God van ons zou verlangen!

Terug naar het begin.

Pilatus’ vraag ‘Wat is waarheid?’ heeft dus – als je er goed over nadenkt – veel meer voeten in de aarde, dan je op het eerste gezicht misschien zou denken… Pilatus mag die woorden dan gesproken hebben uit desinteresse, en misschien ook uit cynisme, voor óns mag die vraag een aansporing zijn tot zelfonderzoek: Vanuit welk perspectief kijken wij naar de wereld? Wat is voor óns waarheid? Kijken wij vanuit kleinmenselijk perspectief, met het zicht op louter vergankelijke zaken, of durven wij te zien zoals God ziet, met het oog gericht op het ónvergankelijke?

Dit laatste perspectief biedt Jezus ons.

Wie vanuit dít perspectief probeert te leven, gaat mét Jezus de koninklijke weg.

Zo iemand lúistert naar Jezus’ stem, en is – zoals Hij het zegt – uit de waarheid.

Zo iemand betoont zich waarlijk volgeling en dienaar van Christus Koning.

Amen.

Hoogfeest van Christus Koning, jaar B

Lezingen: Daniel 7,13-14; Johannes 18,33b-37.