Skip to main content

Tweede Paasdag, ma. 21 april 2025. Preek door pastor Frank van Roermund, o.praem.

De evangeliepassage van zojuist  gaat over de ontmoeting van enkele vrouwen met de verrezen Christus,  en de poging van de religieuze overheden  om het getuigenis van die vrouwen over het lege graf te ontkrachten  door middel van een leugen.

Welnu, het wegredeneren van zoiets onbegrijpelijks als de verrijzenis  is van alle tijden. Dit gebeurt tot op de dag van vandaag.  Ook sommige christenen tonen zich verlegen met dit centrale geloofsgegeven,  en haasten zich – vaak met veel woorden – het getuigenis te reduceren  tot een ongevaarlijke metafoor waarbij de vraag naar het al dan niet lege graf op voorhand al als niet-relevant terzijde wordt geschoven.

Men gaat dan echter voorbij aan het feit  dat het hier gaat om het getuigenis van heel concrete mensen:  van vrouwen die zeggen het lege graf te hebben aanschóuwd  en de verrezen Christus te hebben ontmóet.  En niet alleen zij, maar ook de apostelen en mensen uit hun directe kring.

De vraag is wat mij betreft dus niet zozeer:  hoe kunnen we zoiets onbegrijpelijks verklaren,  als wel: schenk ik geloof, ik persóónlijk, aan hun getúigenis?  Anders gezegd: Staat mijn hart, staat óns hart open  voor de tekenen die God ons schenkt,  of blijven wij gevangen in de hoogmoedige vooronderstelling  dat alles wat wij niet wetenschappelijk kunnen verklaren  zonder meer naar het rijk der fabelen moet worden verwezen?

De verrijzenis als céntraal geloofsgegeven van het christelijk geloof  verlangt een geloofssprong, juist voor ons, moderne mensen.  Het verlangt een houding van bescheidenheid  ten aanzien van de reikwijdte van ons verstand.  De verrijzenis betreft een werkelijkheid die ons verstand ver te boven gaat.  Dat kan ik niet aantonen of bewijzen, maar ik gelóóf het wel.  Ik hoop dat wij allen dié geloofssprong durven wagen.

Amen.

Door: pastor Frank van Roermund o.praem.

Lezingen: Handelingen 2,14.22-32; Matteüs 28,8-15.