Skip to main content

Overweging bij de Donatusbedevaart Loosbroek door pastor Guido Dieteren.

Op zondag 14 juli 2024 was de jaarlijkse Donatusbedevaart in Loosbroek.

De evangelielezing was Marcus 6, 7-13.

Hieronder de overweging van pastor Guido Dieteren.

WOORD TER OVERWEGING

Ik heb twee dikke boeken bij me. Vrijwel alle heiligen staan erin. Dus laten we de feestheilige van vandaag, Donatus, eens opzoeken.

Hé, hij staat er niet in!

En dat is wel te verklaren, want Donatus behoort tot de zogenaamde catacombenheiligen, van wie in historisch opzicht niets bekend is, maar over wie diverse legendes bestaan. Daarover kunt u ook lezen in het nieuwste nummer van ons parochieblad.

En misschien maakt dat Donatus wel zo bijzonder: de legendes over zijn leven zijn door alle generaties heen vele eeuwen doorverteld en hebben de tand des tijds moeiteloos doorstaan.

Ik heb hier een mooie legende van Donatus.

Weet u waarom Donatus de beschermheilige is tegen onweer en bliksem? Op 17-jarige leeftijd werd Donatus soldaat. Als legeraanvoerder werd hij rond het jaar 166 ingezet tijdens de strijd tegen invallen door de Germanen. Tijdens een hopeloze omsingeling en helemaal uitgeput door dorst, bad Donatus om regen. En ook de andere christelijke soldaten van het Romeinse legioen baden mee. Toen barstte er een zwaar onweer los en de stromende regen zorgde voor een verfrissing voor mens en dier. Bovendien verwoestte de bliksem het kamp van de Germanen. Danig onder de indruk van dit wonder beloofde Donatus plechtig aan God om zijn verdere leven alleen nog aan Hem te wijden.

Door deze en vele andere legendes wordt nog steeds op vele plekken de heilige Donatus vereerd en nog steeds is er ieder jaar hier in Loosbroek een bedevaart naar de heilige Donatus. En dat is heel speciaal, dat is een traditie die we van harte in stand houden. Ook dit jaar weer, juist nu de zomervakantie is begonnen.

Want ja, de zomervakantie is begonnen. Wie deze dagen door onze Augustinusparochie wandelt, die zal dat zeker zijn opgevallen: het is zomerva­kantie. Overal zijn mensen druk doende met de voorbereiding van de reis en het inpakken van alle spullen. En meestal wanneer mensen op vakantie gaan of zelfs maar een paar dagen op stap, bijna altijd willen we zo veel mogelijk meenemen. Want alles wat je thuis hebt, kan op vakantie natuurlijk ook van pas komen. En de hond, daar zijn we toch wel erg aan gehecht en die voelt zich vast niet thuis in het dierenpensi­on, dus die gaat ook maar mee. Maar ja, dan hebben we natuurlijk ook weer voer en spullen nodig. En die boeken, die wil ik misschien ook wel even doorbla­deren, dus laat ik ze maar meenemen. En al dat lekkere Holland­se eten, dat heb je in het buitenland niet. En voor je het weet, is de auto weer tot het dak toe volgeladen. Nee, wij Neder­landers, wij gaan goed voorbereid op vakantie, want we hebben alles bij ons. We laten niets aan het toeval over. Waarschijn­lijk herkent u mijn verhaal wel.

En natuurlijk is het gemakkelijk om veel spullen mee te nemen, en het heeft ook iets vertrouwds, maar het schept wel een afstand naar de mensen die je onderweg tegenkomt. Want als je alles al bij je hebt, dan hoef je geen tijd vrij te maken om contacten met de mensen ter plekke te leggen, dan hoef je niets meer te vragen of te lenen. Je zit veilig in je hotelkamer, appartement, camper of caravan. ‘Maar’, zo vragen de omstanders zich af, ‘hoe kunnen we nu met iemand, die alles al bij zich heeft, en zich iedere keer weer terugtrekt in zijn eigen woning, hoe kunnen we zo het feest van de gast­vrij­heid nog vieren? Hoe kunnen we zo werkelijk tijd voor elkaar nemen?’

Heel anders zijn dan ook de verhalen van mensen die weinig bij zich hebben, die niets reserveren, die als ware reizigers te voet of per fiets door het land trekken. Wanneer je die reisverhalen hoort of leest, dan wordt daarin niet geklaagd over de mooie toeristische attracties, dan hoor je niets over het vreemde voedsel. Nee, zij vertellen slechts over hun ontmoetin­gen met de mensen van het land. Zij hebben de tijd genomen om werkelijk te genieten van de hen aangeboden gastvrij­heid.

Daarover is een mooie legende van Donatus te vertellen..

Weet u hoe de heilige Donatus aan zijn naam komt? Tijdens een ernstige ziekte van zijn vader Faustus zou zijn moeder Flaminia de hulp hebben ingeroepen van een heilige. Deze beloofde haar de genezing van haar man én de geboorte van een zoon. Faustus werd inderdaad gezond, en Flaminia bracht een zoon ter wereld, die ze Donatus noemde. Donatus betekent namelijk: hij die geschonken is. Donatus werd door zijn moeder, die christen was geworden, in het geloof groot gebracht.

Waarschijnlijk kent u ook wel de verhalen van reizigers die een pelgrimage hebben gemaakt naar Rome, Santiago of een andere bedevaartplek. En vandaag zijn we eigenlijk allemaal bedevaartgangers. Wat bij de echte lange bedevaartreizen vooral opvalt, is dat zo’n reiziger ook innerlijk verandert door z’n tocht. Het doet iets met je, je wordt gevormd door je ontmoetingen met medemensen … en met jezelf.

En van vrijwel alle reizigers hoor ik dat wanneer ze hun einddoel bereikt hebben, zo ook verdrie­tig zijn. Niet omdat de bestemming tegenvalt, maar omdat de reis is afgelo­pen. Het doel is niet het belangrijk­ste, maar het gaat uiteindelijk om de tocht er naar toe.

Wanneer we in dit licht het evangelie van vandaag horen, dan zijn er veel herkenningspun­ten. Jezus zendt de twaalf apostelen uit over het hele land, maar hij verbiedt hen bagage mee te nemen. Dat lijkt heel streng, ascetisch haast, maar Jezus heeft er waar­schijnlijk een diepere bedoeling mee. Doordat de apostelen niets bij zich hebben, kunnen ze zich niet opsluiten in hun eigen vertrouwde wereldje. Nu moeten ze de tijd nemen om werkelijk in contact te treden met al degenen, die ze onderweg tegenkomen. En zo kan er een band ontstaan, een situatie waarin de boodschap van het evangelie kan gedijen.

Want door hun ontmoe­ting met deze rondreizende apostelen, die toch hun familie, hun bezittin­gen, alles wat voor mensen be­langrijk is, hebben losgelaten omwille van Jezus, hierdoor worden mensen aan het denken gezet. Nu blijkt opeens dat het in dit leven uiteindelijk niet gaat om geld, carrière of bezit, maar om relaties met anderen, om vriend­schap en liefde. En precies dat ervaart men in de ontmoetingen met deze reizigers.

We lezen het ook in het evangelie van vandaag. De kwade duivels worden uitge­dreven en vele mensen genezen. De duivel van het bezit, van aanzien, de duivel van het vasthouden aan macht en aardse bezittingen, die duivel verdwijnt en de mensen krijgen weer oog voor de werkelijke waarden in het leven: ze nemen weer de tijd voor elkaar.

Natuurlijk heeft niet ieder van ons de gelegenheid om een voetreis naar Rome te maken, en we ontmoeten slechts zelden zo’n reizigers op ons pad, maar misschien dat het evangelie van deze zondag ons wel iets kan laten ervaren van de werke­lijke waarden in ons bestaan. Misschien kunnen we vanuit het evangelieverhaal de woorden laten doorklin­ken, die ons oproepen om open te staan voor iedere ontmoeting, om zonder de bagage van vooroorde­len en eigenbelang onze medemen­s te ontvangen. Want daar is het nu de tijd voor! Moge de heilige Donatus ons daarbij tot voorbeeld zijn. Ik wens ons allen dan ook een heel inspireren­de zomertijd.

Er is ook een mooie legende over Donatus ná zijn dood.

Toen in 1652 de Jezuïeten te Münstereifel een nieuw klooster bouwden, werd ‘het heilig lichaam’ van Donatus aan hen geschonken. Pater Heerde werd belast met de overbrenging van de stoffelijke resten naar Münstereifel. Bij het in ontvangst nemen hiervan droeg de pater eerst de mis op. Tijdens de eredienst brak een geweldig onweer los en plotseling werden het altaar en de pater getroffen door de inslaande bliksem. De pater riep de hulp in van de heilige Donatus. De kerk werd gered en de pater was slechts licht gewond. Dit gebeuren liet een enorme indruk na op de aanwezige gelovigen. Dit wonder liet zien dat deze heilige martelaar de beschermheilige moest zijn tegen donder en bliksem.

oplus_1048578